zetting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zet·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van zetten met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zetting | zettingen |
verkleinwoord | zettinkje | zettinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de zetting v
- wijze waarop edelstenen zijn vastgezet
- ▸ Bolin, de hofiuwelier in Stockholm, is een halfjaar bezig geweest om de stenen opnieuw te slijpen, het slot te vervangen, de zettingen te verbeteren en nog wat dingen.[2]
- (muziek) toonzetting van een melodie
- het vaststellen van een bedrag, een prijs
- (bouwkunde) (geologie) (waterbeheer) het inklinken van een ondergrond (vastzetten) gepaard gaande met inkrimping
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
3. het vaststellen van een bedrag, een prijs
4. inklinken
Gangbaarheid
- Het woord zetting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zetting" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be