Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • a·cuer·do
enkelvoud meervoud
acuerdo acuerdos

Zelfstandig naamwoord

acuerdo m

  1. besluit
  2. overeenkomst, overeenstemming
  • de acuerdo
akkoord, mee eens
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
acordar

acuerdo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van acordar