weerspannig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weerspannig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weer·span·nig
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstellende afleiding van weer, (stam van het werkwoord weren) en de stam van spannen met het achtervoegsel -ig [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | weerspannig | weerspanniger | weerspannigst |
verbogen | weerspannige | weerspannigere | weerspannigste |
partitief | weerspannigs | weerspannigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
weerspannig [2]
- onwillig, recalcitrant, zich verzettend
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. onwillig, recalcitrant, zich verzettend
Gangbaarheid
- Het woord weerspannig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weerspannig" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ weerspannig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be