Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smaak·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen smaakloos smaaklozer smaakloost
verbogen smaakloze smaaklozere smaaklooste
partitief smaakloos smaaklozers -

Bijvoeglijk naamwoord

smaakloos

  1. zonder smaak
    • Pasta zonder saus is meestal smaakloos.  
  2. met een heel verkeerde smaak
    • De dikke man maakte allerlei smakeloze grapjes over de vrouwen die voorbij kwamen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be