schuins
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schuins
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schuins | schuinser | schuinst |
verbogen | schuinse | schuinsere | schuinste |
partitief | schuins | schuinsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
schuins [2]
- van de loodrechte of evenwijdige richting afwijkend, schuin
Bijwoord
schuins [3]
- in schuine richting
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- De lamp hangt ( of staat) scheef (schuins of voorover)
er is geldgebrek, men zit op zwart zaad
Vertalingen
1. schuins (bijw. gebruik)
Bijvoeglijk naamwoord
schuins
- partitief van de stellende trap van schuin
- Dat is iets schuins...
Gangbaarheid
- Het woord schuins staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schuins" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[4] |