schampdek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schamp·dek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schamp en dek zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schampdek | schampdekken |
verkleinwoord | schampdekje | schampdekjes |
Zelfstandig naamwoord
het schampdek o
- (scheepvaart) afdekking waarlangs vocht of vuil afglijdt aan een schip of gebouw
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'schampdek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.