schamp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schamp
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schampen |
schamp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schampen
- Ik schamp.
- gebiedende wijs van schampen
- Schamp!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schampen
- Schamp je?
Gangbaarheid
- Het woord schamp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schamp" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be