pauwen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- pau·wen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pauwen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pauwen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord pauw
- meervoudsvorm als officiële benaming (hoendervogels) Pavo een geslacht van middelgrote hoendervogels, waarvan de haan wordt gekenmerkt door een lange staart. Er zijn twee soorten: de blauwe pauw (Pavo cristatus) en de groene pauw (Pavo muticus). Naast het geslacht Pavo bestaat er ook het pauwengeslacht Afropavo met één soort: de congopauw (Afropavo congensis)
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] blauwe pauw, groene pauw
Verwante begrippen
- borneospiegelpauw, congopauw, hainanspiegelpauw, Maleise spiegelpauw, palawanspiegelpauw, spiegelpauw
Afgeleide begrippen
- Germains pauwfazant, Rothschilds pauwfazant, Sumatraanse pauwfazant
- pauwachtig, pauwblauw, pauwbot, pauwdwergbladroller, pauwenbloem, pauwenbord, pauwenborst, pauwenbout, pauwenei, pauwengerst, pauwenhok, pauwenkers, pauwenkop, pauwennest, pauwenoog, pauwenplant, pauwenstaart, pauwentroon, pauwenveer, pauwenvlees, pauwevis, pauwig, pauwin, pauwkalkoen, pauwkoekoek, pauwkoketkolibrie, pauwlipvis, pauwoog, pauwquetzal, pauwstaart, pauwvis, pauwvlieg
Gangbaarheid
- Het woord pauwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.