pauwoog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pauw·oog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pauwoog | pauwogen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de pauwoog m
- het oog van een pauw
- tekening in de veer van een pauwenstaart die op een oog lijkt
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord pauwoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pauwoog" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be