Dagpauwoog

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·pauw·oog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagpauwoog dagpauwogen
verkleinwoord dagpauwoogje dagpauwoogjes

Zelfstandig naamwoord

de dagpauwoogm

  1. (vlinders) bepaalde soort dagvlinder, Aglais io  , die in Nederland en België de bekendste soort uit de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders is
    • De rupsen van de dagpauwoog leven voornamelijk van de bladeren van de hop en de brandnetel. 
Hyperoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid