Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·nie·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van niet met het voorvoegsel ont- met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontnieten
ontniette
ontniet
zwak -t volledig

Werkwoord

ontnieten

  1. overgankelijk ontdoen van nietjes
    • Zij ontniette het document alvorens het te versnipperen. 

Gangbaarheid