Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·dijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderdijk onderdijken
verkleinwoord onderdijkje onderdijkjes

Zelfstandig naamwoord

de onderdijkm

  1. onderste gedeelte van een dijk

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be