onderbeen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·been
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onder en been
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderbeen | onderbenen |
verkleinwoord | onderbeentje | onderbeentjes |
Zelfstandig naamwoord
het onderbeen o
- (anatomie) de onderste helft van een been
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord onderbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onderbeen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be