onbeschroomd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·be·schroomd
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van beschroomd met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbeschroomd | onbeschroomder | onbeschroomdst |
verbogen | onbeschroomde | onbeschroomdere | onbeschroomdste |
partitief | onbeschroomds | onbeschroomders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onbeschroomd [1]
- zonder angst of verlegenheid
- ▸ De heldere blauwe ogen keken de opperbevelhebber even onbeschroomd aan als eerder de regimentscommandant en het leek alsof ze door hun uitdrukking de scheidsmuur van conventies doorbraken, die de afstand tussen de opperbevelhebber en de soldaat zo groot maakten.[2]
- ▸ Ze is het met de Fransen eens dat het nu tijd is om "onbeschroomd de tegenaanval in te zetten tegen de nationalisten".[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord onbeschroomd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “Europese liberalen willen met partij Macron in nieuwe fractie” (09-11-2018), NOS