Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  narval     le narval     narvals     les narvals  

Zelfstandig naamwoord

narval m

  1. (walvisachtigen) narwal


Portugees

enkelvoud meervoud
narval narvales

Zelfstandig naamwoord

narval m

  1. (walvisachtigen) narwal


Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

narval m

  1. (walvisachtigen) narwal; walvisachtig zoogdier waarbij het mannetje in bezit is van een lange slagtand
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties


Spaans

enkelvoud meervoud
narval narvales

Zelfstandig naamwoord

narval m

  1. (walvisachtigen) narwal


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • nar·val
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Duitse Narwal

Zelfstandig naamwoord

narval mbezield

  1. (walvisachtigen) narwal; walvisachtig zoogdier waarbij het mannetje in bezit is van een lange slagtand
Verbuiging



Synoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties

Meer informatie

Verwijzingen

Woordafbreking
  • na·rval

Werkwoord

narval

  1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord narvat
  2. mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord narvat


Zweeds

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

narval m

  1. (walvisachtigen) narwal