Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • man·tels
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mantels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de mantelsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mantel
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (tweekleppigen) een familie Pectinidae   van weekdieren die behoren tot de orde Pectinida   van de klasse tweekleppigen (Bivalvia  )
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie