jakobsmantel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ja·kobs·man·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Jakob en mantel zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jakobsmantel | jakobsmantels |
verkleinwoord | jakobsmanteltje | jakobsmanteltjes |
Zelfstandig naamwoord
de jakobsmantel m
- (tweekleppigen) bepaald soort weekdier, Pecten jacobaeus uit de familie mantels (Pectinidae )
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen
1. zie: sint-jakobsschelp
Gangbaarheid
- Het woord 'jakobsmantel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.