Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • klein spring·zaad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klein springzaad kleine springzaden
verkleinwoord klein springzaadje kleine springzaadjes

Zelfstandig naamwoord

het klein springzaado

  1. (bloemplanten) Impatiens parviflora   een kruidachtige, tot 1 m hoge plant uit de balsemienfamilie (Balsaminaceae  ). De 1 cm kleine bleekgele tweeslachtige bloemen hebben een korte (0,5 cm) rechte spoor en bloeien van juni tot oktober. De plant groeit op enigszins vochtige en beschaduwde plaatsen in bossen, parken en in wegbermen. Phytoliriomyza melampyga   mineert in het klein springzaad
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie