mineert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mi·neert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mineren |
mineert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mineren
- Jij mineert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mineren
- Hij mineert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mineren
- Mineert!
Gangbaarheid
- Het woord 'mineert' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.