katvogel
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- kat·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kat zn en vogel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | katvogel | katvogels |
verkleinwoord | katvogeltje | katvogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de katvogel m
- (zangvogels) Dumetella carolinensis een vogel uit de familie van de spotlijsters. Deze vogel moet niet verward worden met de zogenaamde Australaziatisch katvogels, waaronder de grijskopkatvogel. Deze behoren tot de familie van de prieelvogels
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- bruine katvogel, bruinkapkatvogel, gevlekte katvogel, groene katvogel, huonkatvogel, kaneelborstkatvogel, noordelijke katvogel, vogelkopkatvogel, witoorkatvogel, zwarte katvogel, zwartkapkatvogel, zwartoorkatvogel
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'katvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.