incommensurabel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: incommensurabel (hulp, bestand)
- IPA: /ɪŋkɔmɛnsyrˈabəl/
Woordafbreking
- in·com·men·su·ra·bel
Woordherkomst en -opbouw
- van het Frans incommensurable; op te vatten als antoniem van commensurabel (meetbaar) met het ontkennend voorvoegsel in- [1]
Bijvoeglijk naamwoord
incommensurabel
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord incommensurabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.