commensurabel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- com·men·su·ra·bel
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Latijnse mensurabilis (meetbaar) met het voorvoegsel com- [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | commensurabel |
verbogen | commensurabele |
Bijvoeglijk naamwoord
commensurabel
Antoniemen
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord 'commensurabel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.