Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·fes·ti·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsfestival ijsfestivals
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ijsfestivalo

  1. (feest) een evenement waarbij er van alles te doen is op en rond ijs
    • Tijdens het ijsfestival konden mensen maar ijssculpturen en een lichtshow kijken. 

Gangbaarheid