holte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hol·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | holte | holten holtes |
verkleinwoord | holtetje | holtetjes |
Zelfstandig naamwoord
de holte v
- een lege ruimte ingesloten in iets anders
- Er is een holte achter deze wand.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een lege ruimte ingesloten is iets anders
Gangbaarheid
- Het woord holte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "holte" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ holte op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Nederlands
Zelfstandig naamwoord
holte
Afgeleide begrippen
Duits
Uitspraak
- IPA: /hoːltə/
Woordafbreking
- hol·te
Werkwoord
holte
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs van holen
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs van holen
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd voorwaardelijke wijs van holen
- derde persoon enkelvoud verleden tijd voorwaardelijke wijs van holen
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /ɦɔltɛ/
Woordafbreking
- hol·te
Werkwoord
holte