bijholte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·hol·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en holte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijholte | bijholten, bijholtes |
verkleinwoord | bijholtetje | bijholtetjes |
Zelfstandig naamwoord
de bijholte v
- (anatomie) een holte in het voorhoofd, de bovenkaak of het zeefbeen
Synoniemen
- [1] neusbijholte
Verwante begrippen
Vertalingen
1. holte
Gangbaarheid
- Het woord bijholte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijholte" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be