grootpoothoenders


Nederlands

 
Alectura lathami   (boskalkoen)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • groot·poot·hoen·ders
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grootpoothoenders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grootpoothoendersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord grootpoothoen
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (hoendervogels) Megapodiidae   een familie van hoendervogels die onder andere de thermometervogel en de boskalkoen bevat. Deze vogels hebben korte, ronde vleugels en een tamelijk lange staart. Ze hebben forse en krachtige poten met sterke nagels. Ze hebben kale koppen, die vaak getooid zijn met kuiven, lellen en helmen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie