geelvinkboshoen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·vink·bos·hoen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geelvink zn en boshoen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelvinkboshoen | geelvinkboshoenderen geelvinkboshoenders |
verkleinwoord | geelvinkboshoendertje | geelvinkboshoendertjes |
Zelfstandig naamwoord
het geelvinkboshoen o
- (hoendervogels) Megapodius geelvinkianus een vogel uit de familie grootpoothoenders (Megapodiidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1874 door Adolf Bernard Meyer. Echter, tot in de jaren 1990 werd de soort beschouwd als een ras of ondersoort van het zwart boshoen (Megapodius freycinet). Het is een endemische vogelsoort uit Nieuw-Guinea
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'geelvinkboshoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.