gaule
Frans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
gaule v
- staak, stok
- (spreektaal) stijve, erectie (lett: staak, stok)
- «Il a la gaule, le gars qui danse avec Sophie.»
- De kerel die met Sophie danst heeft een stijve. [1]
- «Il a la gaule, le gars qui danse avec Sophie.»
Verwijzingen
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- gau·le
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord gaula
Naar frequentie | 67614 |
---|
vervoeging | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | gaule | gaule |
tegenwoordige tijd | gauler | gauler |
verleden tijd | gaula gaulet |
gaulte |
voltooid deelwoord |
gaula gaulet |
gault |
onvoltooid deelwoord |
gaulende | gaulende |
lijdende vorm | gaules | gaules |
gebiedende wijs | gaul | gaul |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak | Klasse 2 zwak |
opmerking | optioneel | optioneel |
Werkwoord
gaule
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- gau·le
Woordherkomst en -opbouw
- Werkwoord 1: afkomstig van het Oudnoorse werkwoord gaula
- Werkwoord 2: afleiding van het Nynorske zelfstandige naamwoord gaul
Werkwoord 1:
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | gaule gaula |
tegenwoordige tijd | gaular |
verleden tijd | gaula |
voltooid deelwoord |
gaula |
onvoltooid deelwoord |
gaulande |
lijdende vorm | gaulast |
gebiedende wijs | gaul gaula gaule |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking | vervoeging voor werkwoord 1 en werkwoord 2 |
Werkwoord
gaule
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
- gaule om hjelp
hulp inroepen
Werkwoord 2:
Werkwoord
gaule
- onovergankelijk zacht waaien