Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·paal·de wijs
enkelvoud meervoud
naamwoord onbepaalde wijs -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de onbepaalde wijsm

  1. (grammatica) de onverbogen werkwoordsvorm die naar persoon en getal onvervoegd is, (vooral in Nederland) ook het hele werkwoord genoemd: in woordenboeken is de betekenis van een werkwoord meestal terug te vinden bij zijn onbepaalde wijs
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie