Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • droog·ko·ken·de

Werkwoord

vervoeging van: droogkoken
verbogen vorm: droogkokendee

droogkokende

  1. verbogen vorm van droogkokend, het onvoltooid deelwoord van droogkoken

Bijvoeglijk naamwoord

droogkokende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van droogkokend
    • Droogkokende rijst is rijst waarvan de korrels na met water gekookt te zijn droog zijn en niet aan elkaar kleven 

Gangbaarheid