droogkokend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: droogkokend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- droog·ko·kend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van droog bn en kokend ww
stellend | |
---|---|
onverbogen | droogkokend |
verbogen | droogkokende |
partitief | droogkokends |
Bijvoeglijk naamwoord
droogkokend
- met de eigenschap dat het droog kan worden gekookt
- Droogkokende rijst is rijst waarvan de korrels na met water gekookt te zijn droog zijn en niet aan elkaar kleven
Werkwoord
vervoeging van: | droogkoken |
verbogen vorm: | droogkokende |
droogkokend
Gangbaarheid
- Het woord droogkokend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.