droogkoken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: droogkoken (hulp, bestand)
Woordafbreking
- droog·ko·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van droog bw en koken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
droogkoken |
kookte droog |
drooggekookt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
droogkoken [1]
- onovergankelijk doorgaan met verwarmen terwijl al het kookwater al verdampt is
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord droogkoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.