Een douanecontrole op een internationale trein te Roosendaal (1952)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dou·a·ne·con·tro·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord douanecontrole douanecontroles
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de douanecontrolev / m

  1. de controle die de douane kan uitvoeren op handbagage, ruimbagage, met fouillering en met lijfsvisitatie
    • Bij de douanecontrole bleek dat hij teveel alcohol bij zich had en moest invoerrechten betalen. 

Gangbaarheid