Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cor·res·pon·dent
enkelvoud meervoud
naamwoord correspondent correspondenten
verkleinwoord correspondentje correspondentjes

Zelfstandig naamwoord

de correspondentm

  1. iemand met wie men een briefwisseling onderhoudt
  2. (beroep) iemand die een onderneming of vereniging vertegenwoordigt
  3. (handel) (beroep) iemand die met de correspondentie van een zaak is belast
  4. (media) (beroep) berichtgever van elders aan nieuwsmedia
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be