Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • el·ders
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

elders

  1. ergens anders, in een andere plaats, op een andere plaats
    • Mijn familie woont elders in Almelo 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

elders mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord elder