brandrood
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brand·rood
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | brandrood | brandroder | brandroodst |
verbogen | brandrode | brandrodere | brandroodste |
partitief | brandroods | brandroders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
brandrood
- met een kleur die aan de weerkaatsing van vuur doet denken, diep helder rood
- ▸ In de jaren dat er aan telefoons en auto's nog slingers zaten, werden carrosserieën nog brandrood, kanariegeel, aquamarijn-blauw, flesgroen of sneeuwwit gelakt.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord brandrood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Anathema's 3.”, 2e druk (1971), Meulenhoff, Amsterdam, ISBN 9029003219, p. 51