brandroders
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: brandroders (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrɑntrodərs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- brand·ro·ders
Woordherkomst en -opbouw
- brandroder met de uitgang -s
Bijvoeglijk naamwoord
brandroders
- partitief van de vergrotende trap van brandrood
Gangbaarheid
- Het woord 'brandroders' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.