Engels

Uitspraak
stellend vergrotend overtreffend
bloody bloodier bloodiest

Bijvoeglijk naamwoord

bloody

  1. bloedig, bloederig, bebloed
    «His shirt was all bloody
    Z'n hemd zat vol met bloed.
  2. (krachtterm) drukt minachting of ergernis uit
    «Shut your bloody mouth!»
    Hou je kop!
vervoeging
onbepaalde wijs to  bloody 
he/she/it  bloodies 
verleden tijd  bloodied 
voltooid
deelwoord
 bloodied 
onvoltooid
deelwoord
 bloodying 
gebiedende wijs  bloody 

Werkwoord

bloody

  1. een bloedige verwonding toedienen.
  2. de vijand een gevoelige klap toedienen