bard
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bard
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘(Keltisch) dichter’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1772 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bard | barden |
verkleinwoord | bardje | bardjes |
Zelfstandig naamwoord
de bard m
- (middeleeuwen), (cultuur), (dichtkunst), (verouderd) een zanger en dichter bij de oude Kelten en Galliërs
- In die tijd waren er veel barden.
- (dichtkunst), (informeel) een dichter
- Ik houd helemaal niet van die bard.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. middeleeuws dichter en zanger bij de Kelten
Gangbaarheid
- Het woord bard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bard" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "bard" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be