arbeidsloos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: arbeidsloos (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ar·beids·loos
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van arbeid (ook stam van het werkwoord arbeiden) met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -s-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | arbeidsloos | arbeidslozer | arbeidsloost |
verbogen | arbeidsloze | arbeidslozere | arbeidslooste |
partitief | arbeidsloos | arbeidslozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
arbeidsloos
- zonder arbeid
Synoniemen
Vertalingen
1.zonder arbeid
Gangbaarheid
- Het woord arbeidsloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.