aanvuren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·vu·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en vuren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanvuren |
vuurde aan |
aangevuurd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aanvuren
Synoniemen
- aanporren, aansporen, aanwakkeren, opwekken, prikkelen, stimuleren, zwepen
- aanzetten, verlevendigen
- oppeppen, opporren, opstoken, stimuleren, vitaliseren
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord aanvuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanvuren" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be