Tsjechisch

Uitspraak


Woordafbreking
  • ča·s·ný
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord čas met het achtervoegsel -ný.

Bijvoeglijk naamwoord

časný

  1. 's morgens vroeg, vroeg.
  2. (religie) kort, tijdelijk, vergankelijk; in de tijd begrensd, niet voor eeuwig.
Verbuiging


Vervoeging
Synoniemen
  1. brzký, raný
  2. dočasný, pomíjející, pomíjivý
Antoniemen
  1. pozdní
  2. nekonečný, netrvalý, věčný
Afgeleide begrippen


Verwijzingen