ziekenfondspatiëntje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ziekenfondspatiëntje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zie·ken·fonds·pa·ti·ent·je

Zelfstandig naamwoord

het ziekenfondspatiëntje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ziekenfondspatiënt