ziegezaagden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zie·ge·zaag·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ziegezagen |
ziegezaagden
- meervoud verleden tijd van ziegezagen
- Wij ziegezaagden.
- Jullie ziegezaagden.
- Zij ziegezaagden.
- Wij ziegezaagden.
vervoeging van |
---|
ziegezagen |
ziegezaagden