zeggenschapsverhoudinkje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zeg·gen·schaps·ver·hou·din·kje
Zelfstandig naamwoord
het zeggenschapsverhoudinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zeggenschapsverhouding
het zeggenschapsverhoudinkje o