vervoeging van
zapatear

zapatee

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van zapatear
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van zapatear
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van zapatear
vervoeging van
zapatearse

zapatee

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van zapatearse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van zapatearse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van zapatearse