zapateabas
vervoeging van |
---|
zapatear |
zapateabas
- tweede persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van zapatear
vervoeging van |
---|
zapatearse |
zapateabas
- tweede persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van zapatearse
vervoeging van |
---|
zapatear |
zapateabas
vervoeging van |
---|
zapatearse |
zapateabas