vervoeging van
zapatear

zapatea

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van zapatear
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van zapatear
vervoeging van
zapatearse

zapatea

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van zapatearse