zapateó
vervoeging van |
---|
zapatear |
zapateó
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van zapatear
vervoeging van |
---|
zapatearse |
zapateó
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van zapatearse
vervoeging van |
---|
zapatear |
zapateó
vervoeging van |
---|
zapatearse |
zapateó