wiskundedocentjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  wiskundedocentjes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wis·kun·de·do·cent·jes

Zelfstandig naamwoord

de wiskundedocentjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord wiskundedocent